top of page

BONUSSYSTEEM PISTEMEETINGS

  1. Budget : Zie lijst – bedrag te verdelen volgens behaalde punten en daaruit volgende rangorde 

  2. Voor wie : Officiële piste-zomerprestaties vanaf cadet

  3. Periode : Tussen 1 april en 31 oktober

  4. Parameters : punt 1 t/m punt 7

​1 Ranglijst

   (vergelijkbare rang volgens laatste jaarboek van beste proef in eigen categorie of bij AC

 

2 Kampioenschappen

(punten deeln & fin.plaatsen éénmalig per categorie & kampioenschap ; podiumplaatsen cumuleerbaar)

 

3 Individuele selecties interland/interprovinciaal/interclub

(deelnamepunten, éénmalig, behaalde punten cumuleerbaar per proef)

 - opgeroepen reserven bij BVV hebben ook recht op deelnamepunten bij aanwezigheid

4.Records

Punten éénmalig, per seizoen/ per atleet / per proef, voor recordhouder einde seizoen

Punten per verbetering/ per atleet/ per proef (in één wedstrijd door meerdere atleten kan ook)

5 .Deelname criteriumwedstrijden

(zie lijst van ongev. 6 geselecteerde wedstrijden)

​6.Alle ACA pistemeetings    (behalve BVV en kampioenschappen)

 

7 Max 10 pistemeetings welke niet thuishoren in één van bovenvermelde categorieën

8 Publiciteit (clubtrui)

Opgelet : je moet minimum 125 punten scoren en aan minimum 8(acht) pistemeetings deelnemen om in aanmerking te komen voor het klassement

 

REGLEMENT PISTE-CRITERIUM

1.Ranglijst VAL – jaarboek

Per atleet levert de proef met de hoogste plaats in de nationale ranglijst punten op. Voor iedere atleet wordt dus enkel die proef in aanmerking genomen waar hij het meeste punten scoort. Hiervoor wordt het meest recente jaarboek geraadpleegd. Dat dit tot nader order het boek van het voorlaatste jaar betreft betekent dat we de vergelijkbare plaats volgens de behaalde prestatie zullen hanteren. De atleet in kwestie zelf, die reeds met naam/prestatie in deze lijst voorkomt wordt natuurlijk niet meegerekend. Bijvoorbeeld : Atleet X staat in laatst uitgegeven jaarboek 1ste bij AC 100m met een tijd van 10″31. De tweede atleet in rang heeft een tijd van 10″36. Het huidige jaar heeft onze atleet X afgesloten met een tijd van 10″33. Hij krijgt dan wel degelijk de punten van de eerste plaats vermits hij enkel door zijn eigen vorige rang wordt voorafgegaan.

Wat de puntentoekenning betreft : voor AC (dus waarin ook cadetten, scholieren, senioren en masters kunnen voorkomen en kunnen worden meegerekend !) ontvangt de eerste 50 punten. Iedere lagere plaats krijgt telkens 1 punt minder. Eigen vermelding schrappen natuurlijk ! De junioren, senioren (aparte vermelding in lijst AC), cadetten en scholieren krijgen 25 punten voor een 1ste plaats, 24 voor rang 2 en zo ook telkens weer 1 punt minder… Bij de masters (aparte rangschikking) ontvangt de 1ste 10 punten, maar daarna per 2 punten naar beneden, de tweede dus 8, de 3de 6 enz.

Wat betreft de categorieën : een atleet mag zijn rang volgens prestatie vergelijken in de diverse categorieën waarvoor hij in aanmerking komt (vb. scholier of AC). De categorie waar hij het hoogste aantal punten scoort wordt in aanmerking genomen.

Wat de in aanmerking te nemen proeven betreft zijn het enkel deze die op de individuele nationale pistekampioenschappen op ’t programma staan. Dus geen 1000m, geen 300m, geen aflossingen, geen mijl, enz…! Bij de meerkampen is de puntenverdeling zoals bij de masters !

​2 Kampioenschappen

2.1 Limburgse kampioenschappen

Voor deelname, finales (6 of 8 finalisten volgens aantal banen), of finaleplaatsen (8 bij de kamp- en afstandsnummers) krijgen de atleten per kampioenschap éénmalig punten, of ze nu aan één of aan meer proeven deelnemen. Op alle niveaus trouwens zitten bij een podium- of finaleplaats steeds de deelnamepunten reeds vervat. Deelnemen aan 2 proeven betekent geen 20 (2 x 10) , maar slechts 10 punten. Podiumplaatsen op al deze Limburgse kampioenschappen zijn echter wel cumulatief. Vb. Atleet X neemt deel aan het LK aan 2 proeven. Nergens haalt hij het podium. Hij ontvangt hiervoor in totaal 10p. Atlete Y neemt deel aan 2 proeven en haalt 1x goud en is 1x vijfde. Zij verdient 25p. Atleet Z neemt deel aan 2 proeven en wint 2x. hij ontvangt 50p. Deelnamepunten kan men enkel krijgen voor max 2 kampioenschappen. Indien men nog aan meer kampioenschappen deelneemt tellen deze mee als gewone pistewedstrijd.  Podiums zijn dan wel cumuleerbaar.

2.2 Vlaamse kampioenschappen

Voor deelname en finales (6 of 8 finalisten volgens aantal banen) of finaleplaatsen (8 bij kamp- en afstandsnummers) bij de Vlaamse en Belgische Kampioenschappen ontvangen de atleten éénmalig een aantal punten per kampioenschap. Twee finaleplaatsen zouden anders minstens evenveel punten opleveren als één zilveren medaille, en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. De punten voor medailles zijn echter wel cumulatief per proef.

2.3 Belgische kampioenschappen

(zie 2.2 – Vlaamse kampioenschappen)

2.4 Europese kampioenschappen

Deelname en rechtstreekse finale EK en WK leveren éénmalig per kampioenschap punten op. Voor masters is deelname/RF niet aan selectievoorwaarden verbonden. Hier worden daarom niet méér punten toegekend dan voor deelname/RF op het BK, waar er wel een selectienorm is. Vanaf finaleplaatsen is wel een hoger aantal punten voorzien. In verhouding worden bij finaleplaatsen AC wel meer punten toegekend, vermits de concurrentie voor een finaleplaats op een EK of WK “Alle categorieën” groter en van hoger niveau is dan bij de jeugd of masters. Ook hier zijn punten voor deelname en rechtstreekse finale en finales of finaleplaatsen éénmalig per kampioenschap. Podiumplaatsen zijn wel cumuleerbaar. Vb. Senior Z haalt op EK 2 finales en eindigt 2x zevende. Hij ontvangt geen 280 punten (2 x 140p) maar wel éénmalig 140p. Senior Y behaalt 1x zilver en ontvangt wel 240p. Vb Master X neemt op het EK deel aan 1 proef en behaalt zilver. Zij ontvangt 60 punten. Master W neemt deel aan 6 proeven en behaalt geeen finales. Hij ontvangt geen 180p (6 x 30), maar wel 1 x 30p.

2.5 Wereldkampioenschappen

(zie 2.4 : EK)

2.6 Olympische Spelen

In deze rubriek zijn de punten weer wat hoger, en werden ook het deelnemen en finaleplaatsen in verhouding tot andere prestaties op nationaal en internationaal vlak beoordeeld. Natuurlijk geldt in deze rubriek tot nader order enkel de tabel voor AC, vermits er nog geen officiële O.S voor cadetten en scholieren en…masters worden georganiseerd. De vermelde puntenverdeling is daarom louter hypothetisch

Andere kampioenschappen of games worden voorlopig als gewone wedstrijden aanzien. Na een evaluatieperiode kan door het bestuur beslist worden om deze in één of andere categorie in te lassen. Dit kan dus enkel na een evaluatieperiode zodat een juiste inschatting van de prestaties kan gebeuren.

3.Selecties

3.1 BvV

Het deelnemen aan de BVV is voor onze club van primordiaal belang. De regeling per interclub : de volledige deelnameploeg, inclusief de meegereisde/aanwezige reserves ontvangen volgende punten : per interclub éénmalige deelnamepunten, plus alle zelf behaalde punten. (ook afloss.) De meegereisde reserves zijn steeds inzetbaar, van de 1ste tot de laatste proef. De selectie wordt aan de atleet in kwestie zo vlug mogelijk bekendgemaakt, zodat deze zich nog specifiek kan voorbereiden en zodat wijzigingen nog kunnen opgevangen worden. Dus een atleet die 800m en 4 x 400m meedoet, ontvangt punten voor deelname, plus al zijn verdiende punten op de 800m en bij de 4 x 400m (volgens uitslag). Bij aflossingen krijgen de 4 deelnemers allen de volledige puntenoogst van hun aflossingswedstrijd. Diskwalificatie levert enkel deelnamepunten op ! Denk eraan : Succes in ploegverband is dubbel zo mooi !

LET OP

Er komen enkel nog de punten van 1 wedstrijd voor de BVV in aanmerking. Men mag wel de beste in aanmerking nemen. Dit is om het onderscheid te beperken omdat sommige atleten maar max. aan 1 wedstrijd kunnen deelnemen wegens vb een niet inschrijving van een ploeg of omdat voor sommige categorieën (vb senioren, junioren, beloften) maar 1 wedstrijd mogelijk is. Voor een tweede deelname worden wel extra 10 punten toegevoegd.

3.2 Provinciale selectie

Punten voor deelname zijn éénmalig, per interland of per interprovinciale wedstrijd, ongeacht het aantal proeven waaraan de atleet tijdens één organisatie deelneemt. Enkel de deelnames worden beloond. Reserves enkel indien ze ter plaatse alsnog effectief in de selectie worden opgenomen en deelnemen (een prestatie leveren). Podiumplaatsen zijn wel cumulatief, dus 2x goud tijdens één interland is voor een cadet 2 x 80 punten. Tweemaal zilver tijdens een interprovinciale match is 2x 25p voor diezelfde cadet. Enkel aan 2 proeven deelnemen op interland is voor die cadet 1 x 30p. Indien atleet voor twee verschillende interland – interprovinciale wedstrijden op één seizoen wordt geselecteerd krijgt hij/zij bij deelname wel 2 x de punten voor deelname.

3.3 Belgische selectie

(zie prov.selectie)

4 Records

4.1 Clubrecord

Twee voorwaarden om punten toegekend te krijgen. Er moet een verbetering van een clubrecord zijn, een evenaring levert geen punten op !. Bovendien wordt pas op het einde van het seizoen uitgemaakt wie eventueel de nieuwe recordhouder is. Ieder clubrecord levert dus (bij verbetering) 1x per seizoen punten op. De verbeteringen in meerdere proeven zijn cumuleerbaar, maar enkel de nieuwe recordhouder op het einde van het seizoen ontvangt voor dat clubrecord de punten. Dus enkel een atleet die bvb 4 clubrecords verbetert en op het einde van het seizoen nog steeds houder van deze 4 records is, ontvangt 4 x punten voor de 4 nieuwe clubrecords. Indien met een clubrecord vestigt waar er nog geen was, worden de punten gehalveerd en tevens kan men voor éénzelfde prestatie geen 2 clubrecords vestigen (bv vijfkamp en vijfkamp (AF)).  Ook indien men bij een werpnummer 2 records verbetert , wordt maar 1 in aanmerking genomen (bv kogel 7kg en 6kg)

4.2 Provinciaal record

Bijkomend feit hier is dat als door één enkele prestatie een atleet èn het clubrecord en het Limburgs record zou verbeteren, hij/zij enkel de punten van het hoogste record krijgt toegekend. Voor één worp of voor één race of tijdens één wedstrijd kan een atleet dus nooit tegelijk de punten krijgen voor een clubrecord èn daarbovenop de punten voor een Limburgs record. Een Limburgse recordverbetering (einde seizoen) bij AC (automatisch ook een nieuw clubrecord) levert maximaal 60 punten op (géén 75 !). Ook wanneer bvb atleet eerst het club-, en nadien bij een andere gelegenheid, het L.R. van dezelfde nummer verbetert, ontvangt hij slechts de punten van het hoogste record. Ook hier : indien met een provinciaal record vestigt waar er nog geen was, worden de punten gehalveerd

4.3 Belgisch record

Bij een Belgisch record, evenals bij een Europees en een wereldrecord, worden er wel punten toegekend, per verbetering van een record. Maar een verbetering door éénzelfde atleet, kan slechts 1x per wedstrijd punten opleveren. Atleet X verbetert tijdens een wedstrijd kogelstoten bij de 3de en bij de 4de poging telkens opnieuw het Belgisch record. Hij krijgt hiervoor slechts éénmaal de punten.

MAAR : Atleet Y verbetert tijdens een wedstrijd kogel het BR en dezelfde atleet Y verbetert een maand later het nieuwe BR kogel. Hij krijgt dan 2x de punten voor een verbetering.

MAAR OOK : Atleet X verbetert bij de 2de poging het BR verspringen, en atleet Y verbetert tijdens diezelfde wedstrijd bij de 4de poging het nieuwe BR verspringen. De beide atleten ontvangen hier de punten voor een verbetering van een BR.

Ook hier bij een nieuw nog niet bestaand Belgisch record worden de punten gehalveerd.

4.4 Europees record

(zie 4.3 – BR)

4.5 Olympisch record

(zie 4.3 – BR)

Een hypothetisch puntentoekenning ook hier weer voor de cadetten- scholierencategorie vermits er (nog) geen aparte Olympische spelen zijn voor deze categorieën. Verdere opmerking bij het feit dat een olympisch record minder punten oplevert dan een wereldrecord. Logisch vermits de wereldrecords ieder seizoen en iedere dag kunnen sneuvelen en dus ook in verhouding veel sterker staan en alsmaar moeilijker te verbeteren zijn. Een OR kan slechts om de vier jaar scherper gesteld worden.

4.6 Wereldrecord

(zie 4.3 – BR)

5.Deelname criteriumwedstrijden​

Bij de aanvang van het seizoen wordt er door de clubleiding, in samenspraak met de betrokken trainers vanaf cadettencategorie een lijst met een aantal criteriumwedstrijden opgesteld. Dit zijn dikwijls organisaties van clubs uit de regio, maar kunnen ook jaarlijkse uitstappen zijn naar clubs die ook onze wedstrijden regelmatig bezoeken, of die wijzelf wensen te bezoeken. Steeds is het echter zo dat er voor iedere atleet minstens één proef op het programma staat die in de lijn van zijn/haar atletiektak ligt. Zo zal er steeds naar gestreefd worden dat er een spurt-, afstand-, spring- en een werpnummer op het programma staan. Per deelname aan een geselecteerde wedstrijd voor het criterium ontvangt de atleet een aantal punten ongeacht de prestatie of het aantal proeven waaraan hij/zij deelneemt. Indien tijdens die wedstrijd ook een Limburgs kampioenschap voorzien is en men doet daaraan mee krijgt men enkel de punten voor het kampioenschap indien men nog niet aan het maximum van 2 kampioenschappen zat. Indien u dan ook nog een andere proef zou doen kan wel gecumuleerd worden.  Voor de wedstrijden van het ACA-criterium zie HIER. Let wel : indien u kan kiezen kan toch maar één in aanmerking komen voor de punten.

6.ACA piste-organisaties (behalve BVV en kampioenschappen)

Voor onze eigen organisaties op de piste kunnen de atleten die daaraan deelnemen een hoger aantal punten verdienen dan voor de criteriumwedstrijden. Logisch vermits éénieder hier de mogelijkheid heeft om aanwezig te zijn op de eigen organisaties. Per deelname aan één meeting, ongeacht het resultaat of het aantal proeven, zijn punten te verdienen.

TIP : Deze deelnames zijn gratis voor ACA-atleten. Wees dus allen op post

​7.Max 10 pistewedstrjden

Deze punten (5 per deelname) worden toegekend aan atleten die nog aan pistewedstrijden deelnemen welke niet tot de bovenvermelde categorieën behoren. Dit is wel met een maximum van 10 wedstrijden. Vb indien men mag kiezen tussen 3 of 4 wedstrijden om punten te krijgen als criteriumwedstrijd en men neemt aan 2 ervan deel. Dan kan men maar voor 1 de punten krijgen als criteriumwedstrijd terwijl men voor de andere dan wel mogelijk 5 punten voor een gewone pistewedstrijd kan krijgen indien men er op dat moment nog geen 10 heeft die meetellen.

Voor officiële wedstrijden voor speciale categorieën (vb. leger – en scholenwedstrijden) telt slechts max. 1 wedstrijd mee voor de punten. Voor het aantal wedstrijden worden ze echter allemaal meegeteld

8.Publiciteit

Per foto of beeldmateriaal met clubtrui (sponsor) in een internationale, nationale of regionale krant, tijdschrift of vakblad (atletiekleven, runnersworld, VAL-Jaarboek,…) worden aan de atleet punten toegekend. Hij/zij dient wel de originele artikels en het beeldmateriaal zelf te leveren ter inzage en met vermelding van oorsprong, datum en naam van krant of tijdschrift. (Worden in originele staat aan atleet terugbezorgd)

OPGELET :

er dienen minimum 125 punten behaald te worden om in aanmerking te komen voor het eindklassement + aan 8 pistewedstrijden deelgenomen hebben

clubrecords_edited.jpg
Piste.kamp_edited.jpg
deelname_edited.jpg
deelname.aca_edited.jpg
deelname_edited.jpg
foto_edited.jpg
PISTE_edited.jpg
piste_edited.jpg
piste_edited.jpg
bottom of page